Opening cultuurcomplex Amare

Focus blijven houden,
ondanks alle hobbels op de weg.

Samen met de vier bewoners werkte LUSTR ruim tweeënhalf jaar aan de conceptontwikkeling en uitvoering van het openingsprogramma van Amare, het nieuwe cultuurcomplex in Den Haag. Maar kort voor de officiële opening gooiden nieuwe coronamaatregelen roet in het eten. LUSTR-directeur Annemarie Goedvolk: “Ik schiet dan meteen in de regelmodus en denk: dit gaan we oplossen!”

Annemarie Goedvolk bladert in haar agenda. “Ja”, roept ze, “ik heb het. We zijn in april 2019 begonnen.” Op dat moment had LUSTR net de opdracht gekregen om samen met de vier bewoners van het nieuwe cultuurcomplex – de theaterorganisatie Amare, het Residentie Orkest, Nederlands Dans Theater en Koninklijk Conservatorium – een inhoudelijk, financieel en productioneel plan te ontwikkelen voor een gezamenlijke opening. “Het woord ‘gezamenlijk’ stond daarbij voorop. Het gaat om vier partners die ieder een sterke eigen artistieke identiteit en bedrijfscultuur hebben, maar de crux is nu juist dat er ook veel is wat hen bindt, en het op zoek gaan naar en denken vanuit die overlapping was een leuke uitdaging. Ze willen alle vier verbinding aangaan met heel Den Haag, doen veel aan educatie en participatie, streven naar een verrijking van de publiekssamenstelling én naar het aangaan van niet voor de hand liggende partnerships. En het mooie is: Amare leent zich, door de vele publieke ruimtes, ook uitstekend om die ambities te realiseren. De conclusie was daarom ook dat we met het openingsprogramma eerst een ‘vibe’ in de stad wilden creëren, om die ‘vibe’ vervolgens het gebouw in te brengen.”

Focus blíjven vragen

“Destijds was het idee nog dat Amare in 2020 open zou gaan, maar de bouw liep vertraging op, de coronapandemie diende zich aan en daardoor liep alles nog verder uit. De grootste uitdaging voor LUSTR was dan ook vooral om de motor van de openingsplannen draaiende te houden, om van de vier partners ook daarvoor focus te blíjven vragen. Uiteraard hadden ze op dat moment wel iets anders aan hun hoofd: ze moesten het hele bouwproject begeleiden, werden opeens geconfronteerd met corona, moesten hun complete programma omgooien en musici en dansers gemotiveerd zien te houden. Op zo’n moment heeft een opening die pas een jaar later plaatsvindt even niet de eerste prioriteit, maar ik zag het als onze taak om hiervoor toch steeds weer aandacht te vragen.”

“Eind oktober leek alles in kannen en kruiken, maar toen werden, anderhalve week voor de opening, nieuwe maatregelen aangekondigd. Gelukkig merk ik al de hele coronatijd dat ik in dat soort situaties niet moedeloos word, maar juist ongelooflijk energiek. Ik schiet meteen in de regelmodus en denk: dit gaan we oplossen.”

Energiek

“Natuurlijk: sommige onderdelen van het programma konden niet doorgaan. Zo hebben de vele georganiseerde stadsprojecten niet hun finale in Amare kunnen krijgen. Dat voelt voor mij, net als voor alle betrokkenen, als een domper. Die droom die we hadden van foyers vol met mensen uit alle lagen van de bevolking ging in rook op. Maar er is ook heel veel wél geslaagd. We hadden onder meer een prachtige televisie-uitzending op Omroep West van de openingsvoorstelling, een geweldig gezamenlijk programma van de vier partners, twee bruisende familievoorstellingen en een heel gaaf concert waarbij een groot orkest van het Koninklijk Conservatorium samenwerkte met een keur aan Haagse popartiesten.”

Elkaar gevonden

“Waar LUSTR zich de eerste jaren vooral richtte op de feitelijke productie van festivals en evenementen, worden we de laatste jaren steeds vaker gevraagd om projecten vanaf de start mee te helpen ontwikkelen, waarbij we onze festivalervaring natuurlijk inzetten om gedurende het proces te kunnen waarschuwen voor valkuilen en we de gestelde doelen doorlopend bewaken.”

“Waar ik bij dit project het meest trots op ben, is dat we ondanks alle hobbels op de weg het proces steeds gaande hebben gehouden, voor alles oplossingen hebben gevonden. Wat ik daarnaast heel mooi vind, is dat de vier betrokken organisaties elkaar, door het samenwerken richting de opening, steeds meer gevonden hebben. Ik hoop dan ook dat ze daar in de toekomst nog vaak de vruchten van mogen plukken.”

Astrid van Leeuwen